Duurzaamheid
GEO-certificaat
Historie
Niet alle golfbanen in de wereld worden duurzaam onderhouden. In binnen- en buitenland stonden golfbanen vaak bekend om het overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen, kunstmest, grond- en oppervlaktewater. Gelukkig komt hierin snel verandering, nu bij de meesten van ons is doorgedrongen dat de samenleving moet verduurzamen, willen we nog een leefbare planeet overhouden voor toekomstige generaties. Ook bij de meeste golfbanen is het roer om. Ze zijn de weg ingeslagen van duurzaam beheer, waarbij zorgvuldig wordt omgesprongen met natuurlijke hulpbronnen en het behoud van diversiteit van flora en fauna. Golfclub Heelsum heeft reeds vanaf haar oprichting duurzaam beheer hoog in haar vaandel staan. De clubleden zijn er zich van bewust dat wij golfen in een prachtig gebied, “de Helsum”, dat tot begin vorige eeuw onderdeel was van de Veluwezoom, met schrale gronden begroeid met heide waar schaapskuddes graasden. Na ontginning rond 1900 is het gebied tot 2000 als landbouwgrond in gebruik geweest. Nu is een derde deel van de landbouwgronden omgevormd tot golfbaan, en een derde deel wordt op termijn omgevormd tot nieuwe natuur. Ook bevindt onze baan zich op historische grond, waar op 17 september 1944 de 1st British Airborne Division landde in het kader van de “ Operation Market Garden”, met als doel de brug in Arnhem in bezit te krijgen.
Kortom, Golfbaan Heelsum verdient het om duurzaam beheerd te worden. Het beheer is gericht op behoud en zo mogelijk verhoging van de diversiteit in flora en fauna zoals die voorkomt op de Veluwe, met heide en een verscheidenheid aan grassoorten en bomen zoals grove den, berk en eik. Golfbaan Heelsum spiegelt zich graag aan Engelse en Schotse voorbeelden van klassieke heidebanen, waarbij gebruik wordt gemaakt van het oorspronkelijke landschap met unieke holes, gedicteerd door de omgeving en de natuur, en natuurlijke bunkers (oorspronkelijk waren het schuilplaatsen voor schapen). Ook worden de fairways plaatselijk onderbroken ter versterking van het natuurbeeld. Vanwege de dominantie van de natuur in de baan worden de natuuronderdelen afzonderlijk onderhouden met het oog op verdere ontwikkeling van flora en fauna.
Onze baan krijgt door opzettelijke verschaling van de grond en aanleg van heide steeds meer het karakter van een heidebaan.
GEO en GEO-certificaat
GEO staat voor Golf Environmental Organisation. Golfbaan Heelsum ontving in 2013, haar eerste, in 2016 haar tweede en nu dus haar derde GEO-certificaat, hetgeen betekent dat de golfbaan zo duurzaam mogelijk wordt beheerd, waarbij o.a. gekeken wordt naar (1) beheer van landschap en natuur, (2) gebruik van water, kunstmest en pesticiden, (3) energieverbruik en afvalbeheer. Alle voorgaande GEO-certificaten waren 3 jaar geldig, maar het nieuwe GEO-certificaat is 5 jaar geldig. In 2019 moest voor de derde keer een GEO aanvraag worden ingediend, maar door de coronacrisis liep de GEO rapportage een behoorlijke vertraging op. Bovendien moesten nu alle gegevens over de club en de baan digitaal aangeleverd worden via de GEO website hetgeen extra veel werk heeft gekost. De GEO commissie bestaande uit Sietse Brouwer, Ton Baltissen, Luud Gilissen, Gerd-Jan Toonen en Pierre de Wit heeft de rapportage voorbereid daarbij geholpen door hoofdgreenkeper Jeroen Brouwer de Koning. Na indiening van de aanvraag (zomer 2020) werden alle gegevens op GEO criteria getoetst door evaluator Paul van Kan. Van Kan heeft naast controle van de aanvraag ook de baan en de faciliteiten bezocht en gecontroleerd. Anders dan bij voorgaande aanvragen is het nieuwe GEO certificaat geen drie maar vijf jaar geldig. Een golfbaan kan niet op alle bovengenoemde aandachtspunten excelleren en daarom worden haalbare doelen gesteld. Voor de periode 2020-2025 werden door GC Heelsum o.a. de volgende doelen gesteld:
Landschap en Natuur
- We zullen de golfbaan nog verder verschralen ter bevordering van toename van het aantal planten en vogelsoorten. We zijn al op de goede weg. In 2019 werden 333 plantensoorten waargenomen waaronder als nieuwkomers de brede wespenorchis en de rietorchis.
- We streven naar uitbreiding van het heideareaal. De laatste jaren is dit met wisselend succes gebeurd. De droge zomers van 2018 en 2019 hebben de heide geen goed gedaan. In 2020 werd door een groot aantal vrijwilligers de bestaande heide uit geharkt om heidezaad weer aan het zonlicht bloot te stellen. In 2021 en 2022 gaan we op verschillende locaties in de baan jonge heideplantjes uitzetten.
- De klusgroep verwijdert bomen en struiken die niet in het heidelandschap passen zoals Amerikaanse vogelkers, Robinia (Pseudoacacia) en braam. Ook zal de heide bijgehouden worden om vergrassing tegen te gaan.
- Naast planten, paddenstoelen, reptielen en vogels zullen de komende jaren ook insecten geïnventariseerd worden. Aan bijzondere vogels (er komen in totaal 73 soorten voor) werden in afgelopen periode als nieuwkomers de gekraagde roodstaart gezien en de nachtegaal gehoord.
Water
We streven er naar om het waterverbruik op fairways en greens te verminderen door in de toekomst de bestaande regeninstallatie te vervangen en sectorsproeiers aan te brengen waardoor er een meer gerichte en efficiënte beregening plaatsvindt.
Energie
Er zal een onderzoek gedaan worden naar de haalbaarheid van het plaatsen van zonnepanelen en oplaadpalen voor elektrische auto’s.
Milieu
We gaan komende jaren werken aan implementatie van de criteria voor de Green Deal sportvelden, waarbij het gebruik van chemische middelen en meststoffen sterk teruggebracht gaat worden.
Communicatie
We gaan de clubleden meer bewust maken van het GEO gedachtengoed via artikelen op de website en in nieuwsbrieven.
Het nieuwe GEO certificaat zal op het clubgebouw aangebracht worden.
Beoordeling en aanbevelingen door de evaluator
Evaluator Paul van Kan was goed te spreken over onze GEO rapportage maar deed ook aanbevelingen voor verbeteringen. Hierbij geheel willekeurig enkele opmerkingen van de evaluator:
“Vanaf de aanleg is zeer goed ingespeeld op de landschappelijke waarden (smeltwaterwaaier met droogdalen uit de laatste ijstijd) en ecologische potenties (heide en open zand); 3 landschapzones met elk een eigen streefbeeld: sandr (open zand in droogdalen), helsum (heide, vliegdennen), airborne (grazig,parkachtig) landschappelijke openheid zorgvuldig gerespecteerd (bv halfondergrondse schuilplekken).”
Aanbeveling 1: “Behoud en versterk de landschappelijke driedeling en profileer hiermee naar buiten”.
Aanbeveling 2: “Maak samen met de inventarisatie-specialisten een eenvoudige werkkaart van de baan met beheerzones met daarin gebieden met kenmerkende biotopen en bijbehorende soorten en locaties van beschermde verblijfplaatsen; maak met hen jaarlijkse update en formuleer kansen om te versterken d.m.v. inrichting en beheer”.
Er waren natuurlijk veel meer aan- en opmerkingen. Het volledige GEO-evaluatierapport is in te zien: GEO-evaluatierapport
Zoals gezegd is het GEO-certificaat voor vijf jaar geldig. De website van GEO biedt nu de mogelijkheid om alle gevraagde gegevens jaarlijks bij te werken, waardoor de nieuwe aanvraag in 2025 minder veel werk gaat kosten.
Er zijn nu in totaal 80 soorten paddenstoelen waargenomen. Vooral de mycorrhiza paddenstoelen (leven in associatie met wortels van bomen) nemen sterk toe. Enkele voorbeelden zijn de gewone fopzwam, de gewone franjezwam en de bruine ringboleet die op grove den voorkomen en de heideknotszwam die op heide voorkomt.
Natuurontwikkeling op Golfclub Heelsum 2002-2024
De Golfaan Heelsum is in 2002-2003 aangelegd op voormalige landbouwgronden net ten noorden van de dorpen Renkum en Heelsum en ten oosten van de Telefoonweg. De 100 jaar daarvoor is de grond in gebruik geweest door twee boerenbedrijven: van de familie Tinsen die de grond in eigendom had en de familie Dorrestein die de grond pachtte van een stichting. De golfclub heeft in totaal 75 ha grond in langdurige pacht genomen en ontwikkeld tot een 27-holes golfbaan.
Voor 1900 was de grond een ruw zandig heideterrrein.
Ontstaansgeschiedenis van het Heelsumse Veld
In de voorlaatste ijstijd kwamen de gletsjers tot in dit gebied. Stijgende temperaturen ca. 10.000 jaar geleden, verdreven de toendra naar het Noorden. Met het smelten van de gletsjers ontstond aan de zuidkant van de Veluwe een van de grootste Sandrs of spoelzandvlakten van Noordwest-Europa, bestaande uit zand met grote en kleine kiezels. Het smeltwater in de bevroren ondergrond zorgde voor erosie en dit resulteerde uiteindelijk in droogdalen die nog steeds duidelijk zichtbaar zijn in het landschap in en rond de golfbaan. Tijdens de laatste ijstijd, tussen ca. 100.000 en 10.000 jaar geleden was het gebied een toendra landschap, waarin de rivieren grote hoeveelheden zand en grind deponeerden.
Ook het Heelsumse Veld is naar alle waarschijnlijkheid een grote heidevlakte geweest. Oude landgebruikskaarten van Wageningen UR, die teruggaan tot de middeleeuwen, bevestigen dit. Het gebied tussen Renkum en Wolfheze is op deze kaarten aangegeven als woeste grond met als gebiedsnaam “Helsum”. Midden 1700 namen de problemen voor de bewoners van de Veluwe verder toe. Dorpen verdwenen onder het stuifzand, het beweiden van de heiden met schapen werd, door de concurrentie van aanvoer van wol uit het buitenland, steeds minder lonend en het sjouwen met heideplaggen om een beetje bouwland te creëren kon de familie niet in leven houden. De “woeste gronden” waren waardeloos geworden en besloten werd deze te ontginnen. Heide en zand moesten plaatsmaken voor bos op de armste gronden en bouwland op de iets betere gronden. Het Heelsumse Veld werd begin 1900 omgezet in landbouwgrond. De ontginning bestond uit het doorbreken van verharde “oerlagen” die zich in de bodem onder de heide had ontwikkeld. Dit gebeurde door middel van diepploegen, maar ook zeer vaak door met mankracht tot een meter diep te spitten. Daarna waren jaren van bemesting nodig om een rendabele groei van gewassen mogelijk te maken. Tot aan begin 2000 was het Heelsumse Veld in gebruik als landbouwgrond. Nu is circa een derde deel van de landbouwgronden omgevormd tot golfbaan, een derde deel wordt nu omgevormd tot nieuwe natuur en de rest blijft in gebruik als landbouwgrond.
Convenant met de natuurorganisa6es
Bij de ontwikkeling van de baan ontstond er bezorgdheid bij de natuurorganisaties rondom Heelsum. Men was met name bang voor diepe ontgronding en voor het ontstaan van een gesloten club met hekken eromheen en weinig oog voor natuurwaarden. Om dat te voorkomen is een convenant afgesloten tussen de golfvereniging en de natuurorganisaties. Het kwam erop neer dat er maar beperkte hoogteverschillen zouden worden aangebracht en een openbaar fietspad en weinig of geen rasters.
Het beheer
Het beheer van de vegetatie van Golfbaan Heelsum zal gericht zijn op het invoeren en behouden van verschillende ontwikkelingsstadia en ecotopen, zoals die voorkomen op de Veluwe: zand, zand/mos/buntgras, heide en uiteindelijk den/berk/eik op basis van een 2013 opgesteld Natuurbeheerplan. Het behoud vergt wel onderhoud zoals het snoeien en verjongen van struiken en bomen en het open houden van het landschap door verwijdering van opslag. Belangrijk is zeer beperkt van gewasbeschermingsmiddelen, alleen om schimmelaantasting van greens tegen te gaan en de bestrijding van onkruiden op de speeloppervlakken. De rijkere delen van de rough worden jaarlijks gemaaid en het gras wordt afgevoerd om de rough te verschralen, beter voor de biodiversiteit en voor het spel. De baan met greens en tees wordt wekelijks en zomers bijna dagelijks gemaaid en dit draagt ook bij aan de diversiteit van het gebied door een overgang van intensief en laag gemaaid gras in verschillende stadia naar hoge natuurlijke rough met veel bloemen.
De soortenrijkdom
In de loop van de jaren is samen met KNNV en IVN leden van Wageningen en omstreken zowel de flora als de fauna geïnventariseerd. Er groeien ruim 333 plantensoorten en er broeden 57 vogelsoorten. Op basis van de samenstelling van plantensoorten zien we dat op golfbaan Heelsum steeds meer planten van de schrale gronden opkomen. De laatste drie jaar is de biodiversiteit aan grassen sterk toegenomen zoals buntgras aan de randen van de droogdalen, reukgras, kamgras en eekhoorngras. Ook zijn kruiden als Duits viltkruid, dwergviltkruid sterk toegenomen, naast Sint- Janskruid, Jacobskruiskruid en wilde peen die de baan kleurrijk maken tijdens hun bloei in de zomer. In de struikheide is op enkele plaatsen de plantenparasiet klein warkruid voor het eerst aangetroffen evenals de brede wespenorchis. Op de rijkere ondergrond treffen we nog ongewenste planten zoals paardenbloem en akkerdistel aan. Zonder ingrijpen zal het proces van verschraling daar nog jaren in beslag nemen om deze soorten kwijt te raken. Het ligt in de bedoeling daar waar mogelijk de rijkere voormalige teeltaarde te doen verschralen door deze gedeeltelijk te verwijderen en te mengen met de onderliggende zandlaag. Ook de boomleeuwerik broedt op de baan en laat zijn karakteristieke zangvlucht zien en horen. Naast de wat meer algemene soorten van open agrarisch en parkland valt de geelgors op als bijzondere soort en ook de vele ganzensoorten die overtrekken en soms vlak naast de baan foerageren.
Door toename van de veldmuizenpopulatie in de rough is er de laatste jaren ook een sterke groei in roofvogelpopulatie waargenomen (buizerd, torenvalk, sperwer). Dit jaar zijn ook patrijzen weer waargenomen. In het najaar doen doortrekkende kneus, putters, kramsvogels en koperwieken zich tegoed aan zaden van struiken in de baan (zoals o.a. gaspeldoorn). De veldleeuwerik wordt veel gesignaleerd op en rond de baan. De roodborsttapuit, een typische soort die past bij ons landschap en die met meerdere paartjes broedt evenals de grasmus.
Verassend is ook de ontwikkeling van de vijver met een grote populatie aan groene en bruine kikkers maar ook vissen waar ook weer vogelsoorten als de blauwe reiger, doodaars, ijsvogel en aalscholver op af komen. De vijver (ons enige water) dient tevens als biotoop voor de pad.
Paddenstoelen. In het najaar van 2015 zijn voor het eerst paddenstoelen geïnventariseerd. De aantallen zijn nog klein. Het zijn voornamelijk soorten die in grasland, op dood hout, en op de wortels van berken, vliegdennen en brem voorkomen, zoals o.a. de rode en gewone zwavelkop (aan de voet van veel zitbanken naast de tee-box, de reuzenbovist, de weidekringzwam, de gazonvlekplaat, het mosklokje, het plooirokje en de gewone beurszwam (allemaal tussen het gras), de gewone oesterzwam (aan een deels afgestorven stam van een brem), de gewone fopzwam (op de wortels van de vliegden) en de groene berkenrussula op de wortels van berken. In de komende jaren zal de inventarisatie herhaald worden in voor- en najaar. Ook zullen de randen van de golfbaan waar veel bomen staan en afgevallen takken liggen nader worden geïnventariseerd.
Van de zoogdieren zijn de das en de vos frequente bezoekers. Ook reeën worden regelmatig gezien in de baan en ook egels en boommarters en zelfs de wolf. Bijzonder is ook het voorkomen van de zandhagedis, de levendbarende hagedis en de ringslang.
Conclusie
De golfbaan Heelsum heeft geleid tot een zeer grote toename van de biodiversiteit In het gebied. Door de afwisseling van diverse biotopen en meer en minder beheerde stukken terrein en de aangebrachte hoogteverschillen en de zandige droogdalen is er voor heel veel soorten een gezonde leefplek ontstaan. Het gebruik van de baan en de betreding door golfers lijkt geen of weinig storende invloed te hebben op de flora en fauna. De baan herbergt inmiddels meer biodiversiteit dan een gemiddeld natuurgebied en de diversiteit neemt alleen nog maar toe.
Dr.Peter Smits, voormalig baancommissaris Golfbaan Heelsum, 16 januari 2024