Plattegrond
Voor succes heeft u naast de moed van de luchtlandings-troepen, ook het strategisch inzicht van veldmaarschalk Montgomery nodig.
Een misser is hier snel gemaakt…
Achtergrondinformatie & Blikvangers
Airborne 3. Geniet op de tee van de visuele aantrekkelijkheid van deze hole. Dit is een tactische par-5 waarop veel natuurlijke elementen in het spel komen. Links en rechts vangen heidestuifzand-complexen afzwaaiers vanaf de tee op. Het tweede deel van de fairway wordt links gedomineerd door een natuurlijk complex waarin zeven bunkers – de zeven zusters – een herstelslag niet gemakkelijk maken. De wilde begroeiing van heide en gras is tot dicht bij de green een gevaar.
Airborne 4. Hier wordt u in de buurt van de green verrast door hollows en restanten van het met gras overgroeide droogdal. Komt u daarin te liggen, dan zorgen de wilde natuurlijke vormen voor een moeilijke stand. Ook ligt hier de langste greenside bunker van de baan op uw bal te wachten.
Airborne 6. Dit is een lange par-5 met een potentieel blind schot. Het zicht op de tweede fairway wordt belemmerd door een overgroeid stuifduin-complex waarin het voormalig zand tot een bunker is omgevormd. Alleen een goede drive op de linkerzijde geeft u vrij zicht voor het tweede schot. Een grote diepe hollow – die alleen op zandgrond mogelijk is – vereist nauwkeurigheid. Rechts naast de green is de natuur niet gefatsoeneerd; dit geeft unieke uitdagingen voor golfers van elk niveau.
Airborne 7. Een zeer klassieke hole die zo uit een ruim honderd jaar oude baan zou kunnen komen: lang en smal met de natuur links en rechts als enige hindernis. Komt u met een afzwaaier in deze natuur, dan zijn er gelukkig liggingen waaruit verder gespeeld kan worden. Dit is de enige hole waar een open droogdal dwars door de fairway loopt. Het tweede schot vereist, zeker bij tegenwind, een weloverwogen en berekende keuze.
In de laatste ijstijd kwam het Noordpoolijs tot over de Veluwe en was de bodem permanent bevroren. Door de toen heersende harde winden werden lagen dekzand afgezet, met name aan de flanken van de Veluwe, zoals bij Heelsum. Bovenop de Veluwe vond erosie plaats in deze koude periode. Wegens permafrost kon smeltwater vanaf de Veluwe niet -gemakkelijk in de ondergrond zakken. Er ontstonden sandrs, ook wel spoelzandwaaiers genoemd; ideaal voor golf – de stenen in het sediment even daargelaten…
Naast golfers komt u in de Sandr-lus waarschijnlijk ook de Veldleeuwerik tegen. Het open terrein met plekken van dicht laag ruig grasland, vol met insecten, is een ideaal leefgebied voor deze vogel. Hij zingt, hoog in de lucht, met niet aflatende energie, fladderend en uitdagend om zijn territorium te beschermen.
Wij wensen u de energie van de veldleeuwerik toe en hopelijk komt ook u fluitend terug van uw ronde.
In totaal zijn er circa twee kilometer droogdalen als natuurlijke hindernis -geïntegreerd in de golfbaan. De wind heeft – zoals in de ijstijd – vrij spel op deze lus. Niet alleen de golfer merkt dat, maar de natuur ook. In de tijd
zullen de verschillende hindernissen gestaag van vorm en misschien ook wel van plaats veranderen.
Achtergrondinformatie & Blikvangers
Sandr 1. Deze hole grenst aan de Airborne lus en heeft vergelijkbare -kenmerken. Let eens op het linker, unieke bunkercomplex, halverwege de hole. Deze loopt helemaal rond en kan alleen van bovenaf in zijn geheel worden bekeken. Daarvandaan is er ook goed zicht op het heidezand-gebied dat tot aan de rechterkant van de green doorloopt: een interessant beweeglijk spelonder-deel dat verderop in de lus nog wordt overtroffen!
Sandr 3. Dit is een bijzondere hole met een fairway gevormd zoals twee longen naast elkaar, waar een lint van natuur midden tussendoor loopt. Vlak voor de green wacht een nieuwe uitdaging. Een zeer grillig gevormde hollow, waarin een bunker is opgenomen, beschermt de green op een voor Nederland unieke wijze.
Een sandr is óók een uitstekende leefomgeving voor de -zandhagedis, die trots het logo van de club siert. Hij is gebaat bij een combinatie van open zandvlaktes (voor opwarming) en laag struikgewas (voor voedsel, bescherming tegen roofvogels en afkoeling).
Sandr 4. Visueel een van de mooiste holes. Op de tee, hoog boven de golfbaan, kijkt u neer op het landschap: in één blikveld een natuurlijk geheel van bunkers, droogdalen en waste areas. Na het genieten van het uitzicht wacht het moeilijkste teeschot op Heelsum.
Sandr 6. Als er één hole uniek is in de wereld (vinden wij), en typerend is voor Heelsum, dan is dat deze. Het internationale tijdschrift Golf Course Architecture noemde het een “splendid par-5”. Het langste droogdal (1,5 km) speelt een rol van begin tot eind, zowel visueel als in het spel. Laat u verrassen door het meest spectaculaire greencomplex op de baan, dat door dit droogdal gevormd is. Als uitnodiging (uitdaging!) voor de dappere golfer staat een stevige zwart-wit gestreepte markerpaal -opgesteld om een korte route te nemen.
Kaarten uit de 17e eeuw laten zien dat het terrein waar nu de golfbaan op gesitueerd is een grote zand- en heidevlakte was. Het voorvoegsel ‘hel’, zoals in Helsum, werd gebruikt om deze woeste, arme gronden aan te duiden. Het beweiden van de heide met schapen leverde de toenmalige bewoners nog enige inkomsten.
Medio 18e eeuw verdwenen sommige dorpen geleidelijk onder Veluws stuifzand en eind 19e eeuw was goedkope wol uit landen als Australië aanleiding om de heidevlaktes minder te beweiden. Het zeer zware werk van sjouwen met heideplaggen om een beetje bouwland te verrijken was onvoldoende om boeren in leven te houden. De als zodanig waardeloos geworden woeste gronden werden ontgonnen met de opkomst van efficiëntere landbouwtechnieken. Heide en zand moesten plaatsmaken voor bos op de armste gronden en landbouw op de iets betere gronden. Ook het gebied bij Heelsum/Helsum werd vanaf 1920 omgezet in landbouwgrond.
GC Heelsum vestigde zich in 2004 op het terrein en stelde zich tot doel de voormalige heidegronden weer in ere te herstellen en deze te verbinden met de Doorwerthse heide, gelegen aan de rand van het golfterrein.
Lengte en precisie zijn vereist in deze lus van uitersten: de grootste waste area, de grootste bunker, de langste par-5 en de scherpste dog leg naast de kleinste green, de smalste fairway, de kortste par-4 én par-3 en de hole waar alles begon: Helsum 2. Dat de woeste gronden de nodige natuurlijke hindernissen en ruigten herbergen, mag geen verrassing zijn. Hopelijk hoeft u hier niet zo hard te werken als generaties voor u dat moesten doen en kunt u genieten van de heide – van een afstandje!
Achtergrondinformatie & Blikvangers
Helsum 2. Misschien is dit wel de mooiste par-3 van de baan. Een typisch kenmerk van het Heelsumse landschap is de waste area die hier over de hele lengte van de hole in het spel is. De natuur kruipt links voor de green akelig dicht tegen het doel aan. Hierin terecht komen betekent meestal: ‘onspeelbaar’.
Helsum 4. In het diepste punt op de fairway van deze langste par-5, resteert u enkel een blind schot in de richting van de green. De waste area die begint op Helsum 2 eindigt op deze hole links voor de green, in de grootste bunker van de baan. Heeft u de bumps and hollows overwonnen, dan wordt de green beschermd op een wijze die typerend is voor kustbanen. Slim spelen is hier het motto.
Helsum 5. De Schotse roots van de baanarchitect zijn hier naar boven gekomen. De kleine bunker op de voorgrond smelt vanaf de tee samen met de fairwaybunker rechts en ontneemt zo het zicht op de fairway. Bunkers liggen daar waar het landschap dat dicteert, niet op vaste afstanden van de tee; een tafereel kenmerkend voor klassiek vormgegeven heidebanen.
Helsum 7. Door het droogdal loopt deze hole vanaf de tee naar beneden – op driveafstand is de fairway niet meer dan 20 meter breed – om daarna weer te stijgen. Ook deze green is een prachtig klassiek exemplaar: de bal kan rollend overal terecht komen, niets is vlak.
Helsum 9. Weliswaar iets korter dan Airborne 2, speelt deze hole relatief ‘langer’ vanwege de gebruikelijke tegenwind. De aangenaam brede fairway wordt smaller naar de green toe – nog een kenmerk van klassieke banen. Links ligt de quarry, een natuurlijk zandcomplex dat eindigt in een bunker. Om wilde slagen te ontmoedigen, is rond de green veel ruimte geboden aan natuurlijke begroeiing.